|
Loek over Noord-Holland CD-1 en 2 | CD-3 Land van Leeghwater | Boek & Musical van Water en Land |
Hoe gaan we op school dit jaar de koningsdag vieren
? Wel of geen sportdag ?
Een samenzang met Loek op Koningsdagviering op school ? Wel ja
gezellig !
Vandaar dat ik hier nog een leerzaam liedje voor in elkaar heb geknutseld.
Koningsdag in Holland
Met gitaar akkoorden Loeksband 2014 - Tekst en muziek Loek Duinmeyer
Intro: F - C - C7 - F - C - C7
Couplet: 1
Op het (F) land van Koning (Gm) water
Houden (C7) wij de schaapjes (F) droog
(F) Molens en Ge (Gm) malen
malen het (C7) water steeds om (F) hoog
De (A#) strijd tegen het (F) water
(C7) Die men steeds ver (F) loor
Bracht dit (Dm) Land op voor Oh (Am) ranje
Daar (A#) draait een molen (C7) voor
Refrein: 1
Is het (A#) Koningsdag in (F) Holland
Neemt het (C7) Hollands bloed je (F) mee
Naar (A#) Steden Dorpen (Dm) Pleinen
Oranje (G7) Vrij Markt Defi (C7) lé
Voor (A#) Willem van Oh (F) ranje
Is land ver(C7) overd op de (Dm) zee
Voor de (A#) welvaart der Neder (Am) landen
Boeren (G7) Tuinders grazend (C) vee
Neder (C7) land Je Main Tien (F) Drai
Tussenspel : A# - F - A# - C - C7
Couplet: 2
(F) Alkmaar zegt de Hi (Gm) storie
Is waar de (C7) Eerste Polder (F) kwam
Voor (F) Schermer, Purmer, (Gm) Beemster
Haarlemmer (C7) meer, Amster (F) dam
Het ver (A#) haal van Hansje (F) Brinker
Met zijn (C7) vinger in de (F) Dijk
Die (Dm) jongens uit de (Am) polder
Vormden (A#) Hollands Konink (C7) rijk
Refrein: 2
Tussenspel : A# - F - A# - C - C7 / F - A# - F - C - C7
Bridge:
Met (A#) Lely en Leegh (F) water
Be (C7) dwongen Wij de (F) zee
Voor het (A#) land van Koning (Am) water
Rood Wit (A#) Blauw Je Main Tien (C7) Drai
Refrein: 3
Ending:
Neder (C7) land Je Main Tien (F) Drai - A# - F
Neder (C7) land Je Main Tien (F)
Drai ~ ~ ~
De
wapenschilder is - Piet Bultsma-Vos, Oosterwolde -
----------------------------------------------------------------------------------
Ik ben naast mijn muzikanten bestaan nu ook al 27 jaar, als
conciërge werkzaam in het onderwijs. Waarvan 5 jaar Huygenwaard in
Heerhugowaard en nu 22 jaar op de Burgemeester de Wildeschool in Schagen.
Bij de jaarlijks terugkerende festiviteiten als bijvoorbeeld Sinterklaasfeest
en de Kerstviering is het heerlijk en gezellig om ook hier mijn muzikale kant te
kunnen gebruiken.
Ik heb veel informatie voor dit lied gevonden in Wikipedia, de vrije encyclopedie en Elsevier.nl - (Wat ons verenigt) op internet.
Wat kun je leren uit dit lied....... ?
De spreuk Jemain tiendrai:
Deze staat
geschreven in het Wapen van Nederland.
Het wapen van Nederland – goudkleurige leeuw met
gouden kroon – symboliseert de eenheid van het land met het Huis van Oranje
Nassau. Het is ook het wapen van koningin Beatrix en dateert van 1815.
Leeuw: Een combinatie van de leeuw van het Huis Nassau en van de Republiek der Verenigde Nederlanden. De leeuw wordt 'klimmend ten hemel’ afgebeeld en verbeeldt kracht, dapperheid en heerschappij.
Wapenspreuk: 'Je maintiendrai’, wat betekent: Ik zal handhaven. Dit devies nam Willem van Oranje over van de prinsen van Orange toen hij het prinsdom Orange erfde.
Koninklijke kroon: Symboliseert de waardigheid die de Nederlandse staat draagt sinds het begin van het koningschap in 1815.
Romeins zwaard: Symbool van kracht en overwinning.
Bundel met
zeven pijlen: Symbool van kracht door samenwerking van de zeven gewesten die
zich verenigden in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De bundel komt
uit de sage van de stervende Scythische koning die zijn zoon vroeg een
pijlenbundel te breken: een bundel pijlen is sterker dan een pijl.
Het woord Defilé : Dit woord komt van het Werkwoord defileren.
De·fi·le·ren (defileerde, heeft gedefileerd) 1 In een stoet voorbijtrekken, Voorbijmarcheren, vnl. Als Eerbetoon
Als je dit voor je langs ziet gaan zie je dus een De·fi·lé (het; o; meervoud: defilés) 1>het defileren. 2>defilerende stoet.
Wie bedoel ik met Koning Water
Je zou het kunnen zien als het water als koning zelf. Nederland in een waterrijk land waar het water dan ook lange tijd bepalend was voor wie en hoeveel mensen er konden wonen. Vanaf de 17e eeuw echter werd er bij Alkmaar land omringd door een dijk en drooggemalen door molens welke het water op pompten en via ringvaart en kanalen naar zee werd gebracht. De eerste Polder is zo dus ontstaan in Alkmaar. Maar ook Koning Willem Alexander is deskundig op het gebied van watermanagement.
Wat heeft onze Koning met Water ? Natuurlijk omdat hij in het waterrijke Holland is geboren als kroonprins der Nederlanden. Als kroonprins had Willem Alexander ook functies in het Water management.
Voorzitter Nederlandse Adviescommissie Water. En als Voorzitter van de Adviesgroep Water en Sanitaire Voorzieningen van de Verenigde Naties. Sinds eind 2006, De Adviesgroep Water en Sanitaire Voorzieningen is een in 2004 door secretaris-generaal Kofi Anan opgerichte onafhankelijke adviesgroep binnen de Verenigde Naties. Eind 2006 werd de Nederlandse kroonprins door Kofi Annan voor onbepaalde tijd benoemd tot voorzitter van deze adviesgroep. De groep telt negentien leden en houdt zich bezig met praktische en concrete maatregelen om de zogenoemde millenniumdoelstellingen voor water en sanitair te verwezenlijken. De door Unicef gezette doelstellingen beogen dat uiterlijk in 2015 1,6 miljard mensen sanitaire voorzieningen en 1,1 miljard mensen minstens schoon water onder handbereik hebben gekregen.
Landwinning
door droogmakerijen / inpoldering.
Alkmaar zegt de Historie is waar de eerste Polder kwam
Droogmakerijen komen in veel verschillende landen voor, maar nergens zoveel als in Nederland Naar oppervlakte liggen 95% van alle Europese droogmakerijen in Nederland. Nederlandse ingenieurs zijn ook bij de totstandkoming van veel buitenlandse droogmakerijen betrokken geweest. De droogmakerij als landschapstype wordt in Nederland doorgaans niet erg hoog gewaardeerd, vooral vanwege de eentonigheid van het landschap. Internationaal is er echter zeer veel belangstelling voor.
Aan de zeekusten werd vanaf de 11e eeuw al veel land gewonnen door aangeslibde gebieden in Zeeland en Noord-Nederland met dijken te beschermen tegen de zee. Religieuze ordes namen daartoe meestal het initiatief. In Zeeland werd dit gedaan in opdracht van de Vlaamse abdijen die het land grotendeels in handen hadden.
Een droogmakerij is een vorm van landwinning die sinds de 16e eeuw wordt toegepast om een watergebied dat aan alle zijden wordt omgeven door land droog te leggen.
De oudste Hollandse roogmakerijen dateren van de eerste helft van de 16e eeuw. Het betreft in die tijd kleine meertjes in Noord Holland die experimenteel worden drooggelegd met behulp van molens. In Nederland dateert de oudste schriftelijke vermelding van een windmolen voor de waterbeheersing uit 1407 en betreft een molen nabij Alkmaar.
De eerst bekende droogmakerij stamt uit 1533 en betreft de droogmaking van het 35 ha grote Achtermeer gelegen ten zuiden van Alkmaar. Een octrooi hiertoe was verleend in 1532 aan Jan Janz Baljuw van de Nieuwburg, en aan Willem Janz. Schout van Alkmaar. Ook Graaf van Egmont heeft pioniersarbeid geleverd door een kleine plas in West Friesland droog te laten malen, waarna, in samenwerking met Hendrik van Brederode droogmaking van het Egmodermeer het (686 ha) en het Bergermeer (620 ha) ter hand werd genomen. Dit vond plaats in de periode 1562 en 1564.
De eerste grote droogmakerij, de Zijpe, valt aan het einde van de zestiende eeuw droog. Bekender zijn echter de zeventiende-eeuwse en latere droogmakerijen, waarvan de Beemster (1608-1612) de eerste belangrijke was. Deze polder staat sinds 1999 op de Werelderfgoed lijst van de Unesco.
De Redenen voor de droogleggingen in Holland.
Lange tijd was de belangrijkste reden en motivatie voor het droogmaken van meren en plassen het tekort aan landbouwgrond, zeker in het westen van Nederland. Steeds meer van die polders zijn inmiddels gebruikt voor stadsuitbreiding. Ook de twintigste-eeuwse droogmakerijen in Flevoland hebben voor een belangrijk deel een woonfunctie (als ontlasting van de drukke Randstad) en ook een natuur- en recreatiefunctie. Bij de regelmatig heroplaaiende discussie over het alsnog inpolderen van het Markermeer tot de Markerwaard speelt landbouw geen enkele rol meer en draait het uitsluitend om het herbergen van woon-, natuur- en recreatiefuncties, of om het vinden van een geschikte nieuwe locatie voor een nationale luchthaven.
Wie bedoel ik met, en wat is het verhaal van, Hansje Brinker
Hans Brinker, of De Zilveren Schaatsen is een boek van Mary Mapers Dodge, eerste uitgave in 1865. De oorspronkelijke Engelse titel is Hans Brinker, or the Silver Skates. Het is het verhaal van een jongen die tijdens een schaatstocht dwars door Holland, de legendarische geschiedenis van een land achter dijken en duinen vertelt.
Een stuk van het verhaal werd een Amerikaanse Sagee en indirect ook een stukje Nederlandse import-folklore. Dit is het verhaal dat in het boek wordt voorgelezen in de klas over de Held van Haarlem (in hoofdstuk 18). Het is een zeer tot de verbeelding sprekend verhaal van de zoon van de sluiswachter van de Haarlemmermeer. Als hij op een stormachtige middag een klein gaatje in de dijk ontdekt, aarzelt hij geen moment. Met zijn vinger houdt hij het gat dicht. Een avond en een nacht lang verdedigt hij zo, letterlijk met blote handen, stad en land tegen de dreigende zee.
Later werd het naamloze jongetje Hans Brinker genoemd, de naam van de hoofdpersoon van het boek. Zowel in Spaarndam (IJdijk) als in Harlingen (vertrekplaats veerboten) en Madurodam staan beelden van die zogenaamde Hans Brinker, voornamelijk voor de Amerikaanse toeristen. In de multimediashow by Light staat de figuur Hans Brinker en zijn strijd tegen het water centraal.
De Sage - Het Verhaal:
Hans Brinker is
de zoon van de sluiswachter in Spaarndam en als hij acht is moet hij
pannekoeken brengen naar een oude blinde man. Hij gaat op weg en op de terugweg
ziet hij dat het water hoger staat dan anders. Hij ziet de zon schijnen op de
ruiten van het huisje van de oude man, het lijkt net alsof alles in brand
staat. Dan hoort hij water en ziet een gat in de dijk. Hij stopt zijn vinger in
de dijk en het water stopt. Hij roept om hulp, maar niemand hoort hem. De
volgende ochtend ziet de pastoor hem en begrijpt dat Hans Brinker de stad aan
een groot onheil heeft doen ontsnappen.
Wie bedoel ik met Lely en Leeghwater
AFBEELDING VAN LELY
Standbeeld van ir Cornelis Lely op de Afsluitdijk |
Cornelis Lely was een Nederlandse ingenieur, waterbouwkundige, minister, gouverneur en politicus. Lely ontwierp in 1891 een plan voor de afsluiting van de Zuiderzee, waarop deze in 1932 door de Afsluidijk definitief werd afgesloten en het IJsselmeer ontstond.
Lely werd in 1854 geboren als zevende zoon van Jan Lely en Adriana van Houten. Hij werd geboren aan de in Amsterdam en bracht hier ook een groot deel van zijn jeugd door. In 1875 behaalde hij het diploma van civiel ingenieur aan de TH te Delft. Hij trad in dienst van het ministerie van Waterstaat, waar hij Tak van Poortvliet bijstond bij de opstelling van diens Kanalenwet. In september 1886 werd hij toegevoegd aan de zuiderzeevereniging, een vereniging die zich de afsluiting en inpoldering van de Zuiderzeee ten doel stelde. In 1891 voltooide hij zijn plan, dat hij vele jaren later, na de watersnood van 1916 als minister bij wet tot uitvoering deed brengen. Daarnaast werd op zijn initiatief de Bergsche Maas gegraven, en bevorderde hij de spoorwegen.
Van Zuiderzee naar IJsselmeer
Hoewel er al honderden jaren voor Lely gesproken werd over de inpoldering van de Zuiderzee, was Cornelis Lely de eerste die een technisch uitvoerbaar plan presenteerde, dat antwoord gaf op problemen zoals de afwatering van de IJssel. De drooglegging van de Zuiderzee is lang gezien als een wild avontuur, en ook nadat Lely zijn plan presenteerde is er lang gediscussieerd over de voor- en nadelen, zoals de economische gevolgen voor vissersdorpen, de prijs van het project en de risico's.
Lely is in staat geweest zijn plan te verwezenlijken doordat hij behalve ingenieur ook een capabel politicus was. Zelfs toen hij in 1913 de drooglegging in het regeringsprogramma kreeg was er nog grote maatschappelijke weerstand. Twee dingen hebben Lely geholpen: De eerste wereld oorlog veroorzaakte voedselschaarste, waardoor de extra landbouwgronden die de Zuiderzeewerken op zouden leveren van groot belang werden. De belangrijkste omslag kwam met de watersnood van 1916 . De gevolgen van deze watersnood deden de publieke opinie pas beseffen hoe naïef het is om de gevaren van die zee te negeren. Twee jaar later, in 1918, loodste Lely de Zuiderzeewet door het parlement.
De visie van Lely was verkorting van de kustlijn. De verdediging tegen de zee is zo sterk als de zwakste schakel, zo redeneerde Lely, en met de vele honderden kilometers kustlijn aan de Zuiderzee is het erg moeilijk om een effectieve waterkering te onderhouden. De Afsluitdijk heeft dit allemaal vervangen door een enkele dam. De visie van Lely is later in de 20e eeuw nogmaals toegepast in de Deltawrken, waarbij de kustlijn van Zeeland een groot stuk verkort is.
Lely overleed op 74-jarige leeftijd in 1929. Hij heeft de eerste drooglegging (Wieringermeer) en de sluiting van de Afsluitdijk niet meegemaakt.
Jan Adriaanszoon Leeghwater geboren in De Rijp was een Nederlandse molenbouwer en waterbouwkundige. Hij bedacht een bovenkruiende oliemolen en was betrokken bij diverse droogmakerijen. Daarnaast was hij betrokken bij nieuwe uurwerken en carillons voor de Amsterdamse Zuidertoren en Westertoren.
Leeghwater werd geboren als zoon van timmerman Adriaan Symonszoon. Hij had twee oudere broers; Symon en Adriaan. Hij kreeg het oppertoezicht over de poldermolens die bij de droogmaking van de Beemster (1612) werden gebruikt. Mede onder zijn leiding werden in Noord Holland tussen 1607 en 1643 diverse plassen drooggelegd: Heerhugowaard (1625), Purmer (1622), Schermer (1635), Starnmeer en Wormer (1626). Bij het beleg van 's-Hertogenbosch in 1629 had hij de leiding bij het droogleggen van de moerassen rondom het door de Staatse troepen belegerde 's-Hertogenbosch. In het buitenland adviseerde hij bij het droogleggen van moerassen bij Bordeaux (1628) en bij Metz (1630) en in 1633 was hij in Sleeswijk-Holstein betrokken bij de afsluiting van het Botterschlotter Tief. (Deze afsluitdijk wordt plaatselijk Holländerdeich genoemd.)
In 1641 publiceerde Leeghwater zijn Haarlemmermeer-boek. Hij was hiermee een van de eersten die pleitten voor drooglegging van het gevaarlijk groeiende Haarlemmermeer, ook wel de Waterwolf genoemd. Pas in 1852 werd dit gerealiseerd. Een van de drie grote gemalene die hierbij gebruikt werden, werd naar hem genoemd. Dit Gemaal Leeghwater , aan de zuidrand van de Haarlemmermeer , is nog steeds in gebruik. Tevens is er in de Haarlemmermeer, in Hoofddorp een straat naar Leeghwater vernoemd. In Purmerend dragen een park en een openbaar zwembad zijn naam.
<< AFBEELDING >>
Borstbeeld van Jan Adriaanszoon Leeghwater voor het 'Heerenhuis' te Middenbeemster
Leeghwater is geboren als Jan Adriaanszoon in de Rijp. De naam Leeghwater heeft hij pas later veranderd in verband met een octrooi dat hem in 1605 werd verleend voor het principe van de duikerklok. De schrijfwijze van de naam Leeghwater is niet geheel duidelijk. Zelf schreef Jan Adriaanszoon zijn naam als Leegwater. Het woordje leeg verwijst naar 'laag'. Er wordt in oude documenten ook wel verwezen naar Jan Adriaanszoon als Leechwater.
En dat bedoel ik dus met Bedwongen wij de zee
Ik werk nog verder aan deze tekstverklaring maar dit is het voorlopig even
Groet Loek
De Nationale
Vlag: Het Rood Wit Blauw:
Vanaf de
vijftiende eeuw zijn langs de Nederlandse kusten vlaggen van rood, wit, blauw
bekend. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tegen Spanje kwam de vlag
in zwang, zoals bij de verovering van Den Briel. De vlag bestond toen uit een
oranje, witte en blauwe baan, oranje-blanje-bleu. Waar het wit en blauw vandaan
komen, is onbekend. Mogelijk zijn de kleuren van deze zogeheten Prinsenvlag
ontleend aan het livrei van de bedienden van Willem van Oranje. In de
zeventiende eeuw werd oranje vervangen door rood. Oranje was moeilijk te
fabriceren en de prinsen van Oranje werden minder populair. Na de vlucht van
stadhouder Willem V naar Engeland besloten de bewindvoerders van de Bataafse
Republiek in februari 1796 het rood, wit, blauw in te voeren.
In 1937 tekende koningin Wilhelmina een Koninklijk Besluit waarmee zij de kleuren opnieuw vaststelde. Later omschreven als: helder vermiljoen, helder wit en kobaltblauw. De algemene vlaginstructie vermeldt dat de Nederlandse vlag het symbool is van de 'eenheid en onafhankelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden’.
Oranje Boven:
De nationale kleur is oranje. Die kleur is
afgeleid van de naam van de vader des vaderlands, Willem van Oranje
(1533-1584). Hoe kwam hij aan de titel Prins van Oranje? De in het Duitse
graafschap Nassau geboren Willem – toen nog Willem van Nassau-Dillenburg –
erfde op 11-jarige leeftijd het prinsdom Orange in Zuid-Frankrijk van zijn
kinderloze neef René van Chalon. De Franse streek die in 1163 prinsdom werd,
kreeg de naam Orange vermoedelijk omdat het een centrum was van de handel in
sinaasappelen (Oranges in het Frans). (Bron Elsevier)
Het Koninkrijk
der Nederlanden:
Staatsinrichting van het Koninkrijk der Nederlanden
Grondwet:
De Grondwet is na het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden de hoogste
staatsregeling in Nederland en bevat de regels voor de staatsinrichting en de
grondrechten van alle burgers in het land. De huidige Grondwet kwam op 2 maart
1814 tot stand. Daarvoor telde Nederland ook al een grondwet, de
'Staatsregeling des Bataafschen Volks’ die Nederlands eerste parlement in mei
1798 presenteerde. Deze Staatsregeling is nooit helemaal ingevoerd. In 1813
geeft koning Willem I een commissie onder leiding van Gijsbert Karel van
Hogendorp (1762-1834) opdracht een nieuwe grondwet te ontwerpen. Op 29 maart
1814 wordt het voorstel van de commissie aangenomen ten overstaan van
zeshonderd notabelen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.
De Grondwet van 1814 bevestigt de soevereiniteit van Willem I en regelt de erfopvolging. Het bestuur van het land ligt bij de vorst. Sindsdien is de grondwet vaker aangepast, maar de belangrijkste hervorming had plaats in 1848. Koning Willem II, bang geworden door progressieve revoluties in onder meer Frankrijk en Duitsland, stelt het liberale parlementslid Johan Rudolf Thorbecke aan als voorzitter van een staatscommissie met als taak het herzien van de Grondwet. Die herziening maakte een einde aan de feitelijke alleenheerschappij van de Koning en brengt de regering onder de zeggenschap van de volksvertegenwoordiging. Nederland werd een constitutionele monarchie met een parlementair stelsel en zo is het nog steeds. (Bron Elsevier - Wat ons verenigt)
sluiten X |